Insulineresistentie bij paarden
Vroeger toen de paarden nog in het wild leefden, moesten ze zelf hun voedsel vinden. De kuddes liepen grote afstanden en tussendoor graasden ze. De voeding was in het algemeen vaak sober (laag in energie). De natuur heeft in de jaren de genen wel iets aangepast, maar dit gaat niet zo snel als de verandering van voedsel in de jaren. Dit betekent dat we heel goed op de voeding moeten letten. De weiden van tegenwoordig zijn vaak van raaigras (koeiengras) en ook nog eens flink bemest. Er zit veel suikers in het gras en daarbij wordt vaak ook nog de nodige suikerrijke krachtvoer gevoerd. Het bewegingspatroon is ook compleet anders, dan als de paarden die in de natuur leven. Dit kan voor de nodige problemen zorgen, waaronder insulineresistentie.
Er is in Australisch onderzoek gedaan naar het bewegingspatroon bij paarden die in het wild leven. Deze paarden kregen een GPS systeem om. De gemiddelde afstand die deze paarden liepen was tussen de 8.1–28.3 kilometer per dag. Sommige paarden verwijderden zich zelfs 55 kilometer vanaf hun waterbron. En sommige paarden liepen 12 uur lang onafgebroken terug naar hun waterbron. De conclusie van het onderzoek is dat wilde paarden afstanden afleggen die groter zijn dan tot nu toe werd aangenomen op basis van observaties. We moeten wel rekening houden dat paarden in Australië geen natuurlijke vijanden hebben. Voor de oorspronkelijke paarden in Noord -Amerika zullen roofdieren ongetwijfeld een constante aanleiding zijn geweest om in beweging te blijven.
Wat is insulineresistentie
Het hormoon insuline wordt gevormd in de alvleesklier. De belangrijkste rol van het hormoon insuline is het glucose transporteren vanuit het bloed naar de cel. Als de glucose in de cel terecht is gekomen dan levert het energie. Deze energie wordt o.a. gebruikt voor beweging. De energie die niet wordt verbruikt wordt opgeslagen als vet. Dit doet het lichaam, zodat het een reserve heeft voor slechtere tijden. Als er teveel suikers wordt aangeboden via de voeding en de reserve worden niet aangesproken (te weinig beweging en teveel suikerrijke voeding), zal het opgeslagen vet niet worden aangesproken. Wanneer er teveel glucose in de voeding zit, zal de alvleesklier meer insuline aanmaken om dit proces in balans te houden. Bij insuline resistentie komt er een verandering in de reeptoren op de celwand. Hierdoor zullen insulinereceptoren veel minder goed reageren op de insuline. Er is dan steeds meer insuline nodig om de glucose door de celwand heen te kunnen transporteren. Door deze verandering werkt het systeem wat terugkoppelt niet meer goed. Door teveel aan insuline, blijft de opslag van glucose als vet in de cel doorgaan. Door de verstoring krijgt het lichaam het signaal dat het vet moet opslaan. Als het paard getraind wordt (beweging) dan komt het verbrandingsproces veel te traag op gang. Bovendien kan het nieuw gevormde glucose heel moeilijk de spiercellen binnendringen door de trage werking van de insulinereceptoren. Het gevolg hiervan is traagheid en stijfheid in beweging.
Je kan insulineresistentie herkennen aan o.a.
- Overgewicht
- Vetophoping manenkam (dik en hard)
- Rimpels bij de manenkam
- Gezwollen of vetophoping bij koker
- Vetophoping navel
- Vetophoping bij de uier
- Vetophoping achter de schouder
- Vetophoping staartwortel
- Ondergewicht
- Stijfheid
- Futloos / moe
- Kort lopen
- Op eieren lopen
- Spieren stijf en hard
- Spiertrillingen
- Rugklachten
- Staart en maneneczeem
- Hoefbevangenheid
- PPID (Cushing)
De dierenarts kan bloed afnemen en samen een behandelplan opstellen om meerdere klachten te voorkomen.
Een aantal oorzaken van insulineresistentie
Voeding
Teveel geraffineerde suikers (snelle suikers) in voeding is niet goed. Vaak worden brokken geperst met melasse. Melasse is niet goed voor paarden met insulineresistentie. Melasse is een bijproduct uit de suikerindustrie en bevat ongeveer 50% suiker. In een kilo paardenbrok zit gemiddeld 30 gram suiker. In een kilo gras zit ongeveer 80 – 140 gram suikers en in hooi 8 tot 15%. Tel maar uit hoeveel suikers je paard per dag binnen krijgt. Vooral als je paard in de wei staat. Engels raaigras heeft een hoog suikergehalte. Het beste is om de wei in te zaaien met speciaal paardengras. Vaak wordt er gedacht als je paar moe, traag en stijf is, dat het paard meer nodig heeft. Maar in het geval van insulineresistentie wordt het paard door meer krachtvoer alleen maar zieker. Het is belangrijk dat er wel steeds rekening wordt gehouden dat het paard voldoende vitamines en mineralen, waaronder magnesium binnen krijgt. Tekorten kunnen ook zorgen voor het ontstaan of verergeren van insulineresistentie.
Te weinig beweging
Voldoende beweging is noodzakelijk om je paard gezond te houden. Maar ook zorgt voor een hoger glucoseverbruik. Hoe minder beweging, hoe groter de kans op storingen in de koolhydraatstofwisseling.
Stress
De hormonen cortisol en adrenaline wordt door het lichaam aangemaakt om stress te reguleren. Deze hormonen spelen ook een rol bij een snelle verbranding. Een snelle verbranding is nodig om te kunnen vluchten of vechten. De hormonen cortisol en adrenaline hebben invloed op de gluconeogenese, verbranding en opslag. Als een paarden continue stress ervaart worden er teveel hormonen aangemaakt en de balans raakt verstoord. Hierdoor kan onder andere de verhouding tussen calcium en magnesium uit balans raken, omdat het paard continue in de vecht en vluchtstand staat. Door stress verbruikt het lichaam meer magnesium, waardoor het paard eerder een magnesium tekort heeft. te geven. Magnesium is belangrijk voor het stabiliseren van de insulinereceptoren. Het reguleert ook onstekingsprocessen in het onderhuidse vet en stabiliseren van de celwand. Het is dus van groot belang om de stress te verminderen.
Hormonale problemen
Door een teveel van het hormoon oestrogeen kan insuline resistentie ontstaan of erger worden. De hypofyse regelt deze hormonen, als er een verstoring is in met name de oestrogeenspiegel, dan kan de hormoonbalans ontregeld worden. Vaak zal een merrie met insuline resistentie weinig of zelfs geen hengstigheid krijgen.
Ontsteking / infecties
Als er een chronische infectie in de darmen ontstaat of een acute infectie in luchtwegen kan er door de infectie insulineresistentie ontstaan. Hormonen zoals cortisol zijn betrokken bij het regelen van een infectie, zij spelen hierin een belangrijke rol. Er kan dan ook hoefbevangenheid ontstaan, ook al is er niet veranderd in het leef en eetpatroon. De darmflora reageert op een infectie en de darmflora wordt hierdoor verstoord. Niet alleen een infectie, maar ook verkeerde voeding (o.a. veel suikers, beschimmeld hooi enz.), stress, antibioticakuur kunnen de darmflora verstoren. De verstoring kan er voor zorgen dat de insulineresistentie erger wordt.
De hormonen die zijn betrokken bij het regelen van een infectie, zoals cortisol spelen hierbij een rol. Er kan dan hoefbevangenheid ontstaan, terwijl er niets is veranderd in het leef of voedingspatroon. Een infectie in de darmen verstoord de darmflora (ook stress en verkeerde voeding kan de darmflora verstoren), een verstoring in de darmflora kan er eveneens voor zorgen dat de insulineresistentie erger wordt.
Ouderdom
Net als bij mensen wordt bij paarden de kans op insulineresistentie hoger naarmate zij ouder worden.
De behandeling van insulineresistentie bestaat o.a. uit
Voeding aanpassen
De voeding met een hoge glycemische index moeten worden vermeden. Hiermee wordt de voeding met teveel snelle suikers bedoeld. Dit zit o.a. in mais, tarwe, gerst, haver en melasse. Het is goed om een analyse te laten maken van het ruwvoer wat je voert. Het is belangrijk dat er een laag suiker percentage in het ruwvoer zit. In gras zit veel suikers, overleg daarom altijd met je dierenarts over weidegang.
Supplementen
Magnesium, omega 3 vetzuren, vitamine A en D verminderd de kans op insulineresistentie en ontstekingen. Er zijn ook speciale kant en klare supplementen verkrijgbaar voor paarden met insulineresistentie. Een goed product voor paarden met insulineresistentie is Glucobalance van Phytonics.
Stress verminderen
Het is belangrijk om de stress bij het paard te verminderen. Veel buiten, contact met soortgenoten en voldoende beweging.
Wat kan een Cranio sacraal therapie behandeling betekenen
Cranio sacraal therapie kan een goede ondersteuning zijn voor paarden die insulineresistentie hebben. Een Cranio sacraal therapie behandeling zorgt ervoor dat het immuunsysteem een boost krijgt.
Cranio sacraal therapie zorgt ervoor dat het stress level van het paard naar beneden gaat. Wanneer je paard tijdens rust stress ervaart, dan wordt er teveel cortisol aangemaakt. Cortisol zorgt voor meer aanmaak van het insulinehormoon.
Cranio sacraal therapie helpt de spieren te ontspannen, waardoor het paard weer makkelijker kan bewegen.
Een Cranio sacraal therapie behandeling vervangt nooit een dierenarts. Maar i.c.m. een behandelplan van de dierenarts Cranio sacraal therapie een goede ondersteuning zijn.